Maritieme visvangst: gevolgen van het verleden en beloften voor de toekomst
Gepubliceerd op 17/12/2019
Er vond een conferentie plaats in Brussel over het beheer van de maritieme fauna over de hele wereld. De centrale spreker was mijnheer Philippe Curry. Hij is vertegenwoordiger van het Europese Instituut voor ontwikkelingsonderzoek in Frankrijk en werd uitgenodigd door de dienst voor duurzame ontwikkeling van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Mijnheer Curry schetste ons geen al te rooskleurig beeld van de staat waarin onze oceaanbodems zich momenteel bevinden. De laatste jaren heeft de overbevissing ervoor gezorgd dat onze maritieme rijkdom geruïneerd werd en dit allemaal onder de overtuiging, die tot de 19e eeuw standhield, dat onze zeeën onuitputtelijk zijn.
Om dit te staven moeten we teruggaan tot het jaar 1609 waarin we een tekst van Nederlands jurist en filosoof Hugo de Groot, ook wel Grotius genoemd, terugvinden met de titel “Mare Liberum”. Hierin stelde hij dat de zee een internationaal territorium is waarbij alle naties vrij waren om haar rijkdom te gebruiken voor hun eigen maritieme handel.
In 1871 werd de visie uit de 19e eeuw bijgestaan in het groot woordenboek der keuken van Alexandre Dumas. In dit lijvige boek is een passage terug te vinden over de weelderige ontwikkelingscapaciteit van haring: “van zijn geboorteplaats tot 45° noorderbreedte is hij in alle zeeën terug te vinden. Het paaiseizoen start vanaf 25 juni en gaat gepaard met een grote hoeveelheid langwerpige, witte eitjes. De laag eitjes in het ondiepe water is zo dik dat de vissen kunnen stikken. Er bevinden zich tijdens het paaiseizoen zoveel vissen in het ondiepe water dat de visnetten niet altijd sterk genoeg zijn en kunnen scheuren tijdens het ophalen…”
De Britse bioloog Thomas Huxley werd in 1863 beschouwd als een van de eerste aanhangers van de theorie van Darwin met betrekking tot de natuurlijke selectie van diersoorten: “wat wij ook doen, niets kan een gevolg hebben op de hoeveelheid vis aanwezig in onze zeeën”.
Het beheer van onze mariene bronnen werd pas aangehaald en uitgediept tijdens de eerste expo over visserijproducten in London in 1883. Deze gebeurtenis bracht de verschillende partijen uit de internationale handel in visserijproducten bij elkaar en er werd voor het eerst gesproken over de voordelen van alternatieve visvangst.
Sindsdien heeft de evolutie niet meer stilgestaan. De toonbanken die vroeger vol lagen met mooie, grote vissen, etaleren nu nieuwe vissoorten die nog niet gekend zijn bij de consument. Tussen 1950 en 2005 steeg de visconsumptie van 20 tot 120 miljoen ton. Volgens mijnheer Philippe Curry eten we vandaag de dag 3 keer meer vis dan 50 jaar geleden en is de wereldbevolking verdubbeld.
De aarde moet plaatsmaken voor een onmiskenbare vraag aan deze hernieuwbare bron!
Sinds 1985 is de visvangst stabiel gebleven en heeft aquacultuur een ware opmars gekend. Zo was er in China in 2012 50% van de geconsumeerde vis afkomstig uit aquacultuur. Traditionele visvangst en aquacultuur zijn echter zeer nauw met elkaar verbonden. Een derde van alle makreel, ansjovis en andere sardines wordt vandaag immers gevangen om getransformeerd te worden in producten voor de aquacultuur. Zo wordt er jaarlijks tien miljoen ton ansjovis gevangen voor de kust van Peru om getransformeerd en verscheept te worden richting Azië ten voordele van de aquacultuur.
De vismethodes evolueerden eveneens en ze worden steeds nauwkeuriger en steeds meer rendabel. Dankzij alle elektronica aan boord van het schip en het gebruik van zorgvuldig gekozen netten, kunnen er nog maar weinig vissen door de mazen van het net glippen. De capaciteit van de visserij is in de laatste 30 jaar verzevenvoudigd, maar dit betekent uiteraard ook dat het onevenwicht tussen de huidige technologie en het visbestand steeds groter wordt.
De klimaatopwarming laat zich ook voelen in de onderwaterwereld; de opwarming van het zeewater zorgt ervoor dat intertropische populaties moeten uitwijken naar koelere streken in het noorden. Dit heeft bijvoorbeeld een heel groot gevolg voor de Afrikaanse bevolking waar vis nog steeds een van de voornaamste eiwitbronnen vormt in hun voeding.
Door de intensieve visvangst en gebrekkige wetgeving in het verleden, moeten we nu alles op alles zetten om te voorkomen dat er heel wat waterdiersoorten zullen verdwijnen. Hun aantallen worden immers steeds geringer en den natuurlijke voorraden slinken zienderogen. De visvangst is de enige vorm van ontginning van natuurlijke bronnen die nog steeds tegen een industrieel tempo voortsnelt. Het is dan ook onontbeerlijk dat er gestart wordt met een ecologisch verantwoorde benadering voor visvangst zodat de biodiversiteit behouden blijft en het visquotum binnen de perken.
Het Verdrag van Johannesburg betreffende de economische ontwikkeling werd op 4 september 2002 door 191 landen ondertekend. Het doel van dit Verdrag is de bescherming en het beheer van levensnoodzakelijke natuurlijke bronnen te waarborgen en minimale eisen te stellen betreffende schoon water, sanering, energie, gezondheidszorg, voedselveiligheid en de bescherming van de biodiversiteit in de meest kwetsbare landen.
Op Europees niveau wordt de nadruk eveneens gelegd op het herstellen van het evenwicht van onze zeebodem. In de Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende “het beleid ten aanzien van het mariene milieu” wordt als doelstelling aangehaald om tegen 2020 een goeie ecologische gezondheid te bekomen. Het algemene doel van deze richtlijn is om het mariene milieu te beschermen tegen schade aangericht door de mens. De lidstaten moeten strategieën opstellen om het duurzame karakter van hun maritieme economische activiteiten te kunnen garanderen en om te waken over een goed oceaanbeheer. In 2014 heeft de Europese Commissie deze richtlijn herzien en werd er door de lidstaten een controleprogramma opgesteld. In 2015 realiseerde de Europese Commissie een concrete vooruitgang door het creëren van beschermde maritieme zones in de Europese zeeën en oceanen.
Ondertussen heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd op hun website betreffende de stand van zaken van het gemeenschappelijk visserijbeleid en de raadpleging over de vangstmogelijkheden voor 2018. Een kleine samenvatting: “Deze mededeling geeft een overzicht van de stand van zaken van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). Hierin wordt verslag uitgebracht over de vorderingen die zijn gemaakt bij de totstandbrenging van duurzame visserij, en vooral bij het garanderen dat de levende mariene biologische hulpbronnen zo worden geëxploiteerd dat de populaties van de gevangen soorten worden hersteld en in stand worden gehouden boven een peil dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren, hetgeen tevens zal bijdragen tot het bereiken van een goede milieutoestand in de Europese zeeën tegen 2020. In deze mededeling wordt gekeken naar wijzigingen in de toestand van de visbestanden, de toestand van de vissersvloot van de EU, de geleidelijke invoering van de aanlandingsverplichting en de vorderingen bij de decentralisering. De afgelopen jaren is er aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de GVB-hervorming van 2013: 39 van de 66 beoordeelde bestanden in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan werden geëxploiteerd binnen de limieten en tussen 2003 en 2015 is de gemiddelde biomassa van de bestanden in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan met 35 % toegenomen. In 2014 registreerde de EU-vloot een recordnettowinst van 770 miljoen euro (een stijging met 50 % ten opzichte van 2013) en bovendien is het evenwicht tussen vangstcapaciteit en vangstmogelijkheden in de afgelopen jaren voor de hele EU-vloot verbeterd. Tussen 2007 en 2015 is de capaciteit van de vissersvloot van de EU geleidelijk gedaald: het aantal vissersvaartuigen is afgenomen met 6 %, het motorvermogen met 14 % en de tonnage met 24 %. Nadat vorig jaar het plan voor de Oostzee is vastgesteld, heeft de Commissie meerjarenplannen voorgesteld voor de demersale visbestanden in de Noordzee en de kleine pelagische bestanden in de Adriatische Zee. Er zijn belangrijke politieke overeenkomsten gesloten die tot ecologische, economische en sociale duurzaamheid moeten leiden: de ministeriële verklaring Medfish4Ever voor de Middellandse Zee en de Verklaring van Boekarest voor de Zwarte Zee. Ondanks deze vooruitgang zijn verdere inspanningen nodig, met name om het hoge niveau van overbevissing in de Middellandse Zee naar beneden te brengen. De bestanden in de Noordzee blijven verbeteren, maar in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee blijft het halen van de quota een uitdaging. Het nieuwe GVB stimuleert dan ook de decentralisatie van het visserijbeheer. Dit komt tot uiting in regionale meerjarenplannen en gedelegeerde handelingen die via regionalisering tot stand komen.”
Er zijn ook andere bewegingen en platformen nodig om de aanbevelingen voor een goed maritiem beheer te kunnen vrijwaren. Zo is er bijvoorbeeld het IPBES (Intergouvernementeel Platform voor Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten) die de wetenschappelijke informatie van 127 overheidsdiensten van de lidstaten probeert te verzamelen.
De intensieve visvangst heeft ook gezorgd voor een duurzaamheidslabel. Het blauwe label van Marine Stewardship Council (MSC) wordt bij de consumenten steeds vaker herkend. Dit keurmerk wordt gebruikt om mensen aan te zetten voor vis te kiezen die opgevist werd met respect voor duurzaamheid. De visserijen die van het keurmerk gebruik willen maken, moeten van het MSC, een non-profit organisatie, een zeer strenge certificeringsprocedure doorlopen. Deze procedure is zelfs een van de strengste ter wereld.
Anderzijds zijn er ook verschillende verenigingen die strijden tegen de overbevissing. Enkele welgekende voorbeelden zijn WWF en Greenpeace, maar ook de vereniging “Bloom” uit Parijs. Via hun website (http://www.bloomassociation.org) publiceren zij verschillende interessante weetjes zoals de publicatie van de politieke verklaring “de oceaan, onze toekomst”. De verklaring die gebruikt werd tijdens de VN-conferentie van 9 juni 2017 in New-York. Hun artikel over gesubsidieerde visvangst is ook zeker een aanrader.
Als afsluiter geef ik jullie nog twee interessant websites mee over duurzame visvangst:
https://www.labelinfo.be/label/voeding-msc
https://www.test-aankoop.be/gezond/voeding/duurzaamheid-en-milieu-impact
Benoît Meurisse
Bestuurslid BFSO
Vicevoorzitter EWFC