Mercosur

Gepubliceerd op 15/02/2020

Mercosur en het gelijk speelveld. Mercosur, een douane-unie tussen Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay en Venezuela.

De voorbije twintig jaar heeft de Europese Unie, op het puin van de voedselcrisissen eind vorige eeuw, een exemplarisch voedselveiligheidsbeleid uitgebouwd. Er kwam een “general food law” (verordening ….), grote en kleine bedrijven werkten hard aan kwaliteitssystemen en overal in de EU werden de toezichthoudende diensten gegroepeerd in agentschappen. Met de benadering “van riek tot vork”  werd de voedselketen op een performante  gemonitored. Daarbij hanteerde de EU niet zelden strengere normen dan de rest van de wereld op verschillende vlakken: gebruik van antibiotica, gebruik van groeihormonen, GGO’s, decontaminatie van karkassen in slachthuizen, … het lijstje is eindeloos. Resultaat: in de EU en zeker bij ons in België vind je het veiligste voedsel van de wereld.

Dit strenge systeem kan evenwel enkel standhouden als er een gelijk speelveld bestaat tussen de EU en de rest van de wereld. Dat betekent dat de EU enkel de import van producten toelaat die aan dezelfde strenge normen voldoen. En daar wringt het schoentje in het bilateraal verdrag met de Mercosur landen. De Mercosur landen hebben vooral landbouwgrondstoffen en (runds-)vlees als exportproduct. De EU staat te springen om diensten en industriële producten te exporteren naar Zuid-Amerika. En dan vergeten de onderhandelaars al eens het vrij speelveld en zijn ze geneigd om eenzijdige toegevingen te doen op dat vlak. Die strenge EU normen (waar we fier op zijn) hoeven ineens niet meer zo streng. Dat is onaanvaardbaar, voor de consumenten maar zeker ook voor de producenten in de EU. De producenten leveren grote inspanningen op het vlak van voedselveiligheid en kwaliteitsbewaking en die kosten kapitaalsinvesteringen en hogere werkingskosten. Wanneer ze dan op hun eigen markt moeten concurreren met producten die niet aan dezelfde eisen voldoen en goedkoper geproduceerd worden, dan komt dat neer op oneerlijke concurrentie.

Bilaterale handelsakkoorden zijn goed, maar niet tegen gelijk welke prijs8 Het gelijk speelveld mag nooit in het gedrang komen. Ik voorspel trouwens dezelfde discussie met betrekking tot klimaatbeleid: de EU wil voorloper zijn in de wereld, dat zal een grote impact hebben op de productiekost van Europese producten. Enkel wanneer die ook voor ingevoerde producten in rekening wordt gebracht zal het gelijk speelveld gerespecteerd worden! De opbrengst zou kunnen aangewend worden om het klimaatbeleid voor de Europese burger draagbaar te maken.

 

Piet Vanthemsche

 

ONZE PARTNERS :